Brian de Mello
17 nov 2022
Je moet de dingen niet uitstellen
EEN OPTIMIST IN BEELD
‘Je moet dingen niet uitstellen’ Het roer om. Dat deed Martin ten Donkelaar tot nu toe een paar keer in zijn leven. In de jaren ze- ventig begon hij te werken als boekhouder (‘Dat was behoorlijk saai’). Een paar jaar later stapte hij over naar keukenspullenbedrijf Tefal. Ook hier be- landde hij aanvankelijk op de boekhouding, maar al snel kreeg hij de vraag of hij iets zag in automatise- ring. Die kans greep hij. De tijd van ponsmachines was aangebroken en hij maakte de ontwikkeling van de kantoorautomatisering van dichtbij mee. Al snel kreeg Martin de opdracht om de automatise- ring van buitenlandse filialen te coördineren. In het pre-internettijdperk betekende dat: wekelijks in het vliegtuig stappen. Van CO2-uitstoot hadden nog weinig mensen gehoord. Het werken in het buitenland bleek zeer intensief door de cultuur en de taal. Na een drukke werkdag was het tijd voor ontspanning en een lokale maal- tijd. Dat bracht Martin in contact met de mediter- rane keuken. ‘De ene keer at ik in een restaurant in de stad, de andere keer op het platteland. Dat was net afhankelijk van waar ik had gewerkt. Zo leerde ik ontdekken wat ik lekker vond. Ik genoot vooral van de Italiaanse en de Spaanse keuken. Met name van het eten bereid met verse producten van het platteland en met liefde gemaakt.’ Ondernemerschap Na bijna twintig jaar bij Tefal – hij was inmiddels getrouwd met Carla en ze kregen twee kinderen – besloot hij de sprong te wagen naar een Engels softwarebedrijf. Daar kwam hij snel van een koude kermis thuis, toen hij niet de functie kreeg die hem was voorgespiegeld. Binnen enkele weken zat hij thuis, werkloos en zonder inkomen. ‘Toch was het voor mij geen moeilijk besluit om op te stappen. Het voelde niet goed bij die nieuwe baan. Het bedrijf in Londen kwam echter bij me terug met de vraag of ik een bepaald softwarepak- ket wilde gaan verkopen. Een pakket waarmee bedrijven hun relatiemanagement goed konden bijhouden. Ik zou die systemen moeten gaan ver- kopen en implementeren. Per verkoop zou ik een bepaald percentage krijgen. Zonder na te denken heb ik ja gezegd en ben ik ondernemer geworden. Ik moest wat en geloofde erg in de software.’ Het duurde even, maar na anderhalf jaar kreeg hij succes. Voor hij het wist had hij een bedrijf met vijftien medewerkers. Dat leverde niet alleen een mooi inkomen, maar helaas ook gezondheidspro- blemen op. Eind jaren negentig besloot hij op- nieuw het roer om te gooien en zijn bedrijf over te dragen aan zijn tweede man. Dat leek een mooie deal, totdat bleek dat er slechts de helft van het afgesproken bedrag van de overname betaald kon worden. Martin schold uiteindelijk de ontbreken- de helft kwijt. ‘Ik kon toen fluiten naar mijn centen. Mensen vonden het raar dat ik dat deed, maar ik voelde er weinig voor om de nieuwe eigenaar tot aan zijn kist te achtervolgen en een oude zuurpruim te worden.’ Na nog wat financiële tegenslag in de vorm van een beurscrash waarbij hij veel vermogen verloor, krab- belde hij toch weer overeind en startte met succes een nieuwe onderneming op. Piemonte Ondertussen was zijn liefde voor Italië gegroeid. Samen met Carla genoot hij van mooie vakanties in Toscane, Lombardije, Venetië en Umbrië. ‘Al- lemaal mooie regio’s met prachtige steden, heerlijk eten en mooie wijnen, maar ook wel erg toeristisch. Uiteraard heb ik kennisgemaakt met de gewoontes en hun wijnen, want daar lag toch wel mijn inte- resse. In mijn zoektocht om mijn wijnkennis uit te breiden, kwamen wij tijdens één van onze vakanties in de regio Piemonte terecht. Een streek nog vrij onbekend bij veel Europeanen en zelfs bij Italianen.’ Martin was verkocht. Dit is het, dacht hij meteen. ‘Het is er zo mooi, zo ongerept. Geen stukje is er vlak, de mensen zijn vriendelijk en het eten is gewel- dig. De dorpjes zijn erg mooi. Het is er wat boers, echt het platteland en een stuk minder toeristisch dan andere gebieden in Italië.’
Wil je het gehele artikel lezen, klik dan op de onderstaande link!